Vertaling van verwarring

Inhoud:

Nederlands
Spaans
disorde [v], verwarring [v], wanorde [v], janboel, rommel, rotzooi, war {zn.}
perturbación [v] (la ~)
verwardheid [v], verwarring [v] {zn.}
confusión [v] (la ~)
Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.
Aproveché la confusión y ataqué al enemigo.
"Juist," zuchtte Dima. "Sorry voor de verwarring dan. Geniet van je Fanta en prettige dag."
—Entiendo... —Dima suspiró— Entonces, lamento la confusión. Disfruta de tu Fanta y que tengas un buen día.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

"Juist," zuchtte Dima. "Sorry voor de verwarring dan. Geniet van je Fanta en prettige dag."

—Entiendo... —Dima suspiró— Entonces, lamento la confusión. Disfruta de tu Fanta y que tengas un buen día.

Ik maakte gebruik van de verwarring en viel de vijand aan.

Aproveché la confusión y ataqué al enemigo.


Gerelateerd aan verwarring

disorde - wanorde - janboel - rommel - rotzooi - war - verwardheid