Vertaling van verzekerd

Inhoud:

Nederlands
Spaans
gewis, stellig, zeker, vast, vaststaand, verzekerd, wis {bn.}
cierto
betuigen, verzekeren {ww.}
afirmar
asegurar

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

yo he afirmado
has afirmado
él/ella ha afirmado
» meer vervoegingen van afirmar

beweren, verzekeren, garanderen {ww.}
aseverar
afirmar
sostener
aducir

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

yo he aseverado
has aseverado
él/ella ha aseverado
» meer vervoegingen van aseverar

assureren, veilig stellen, verzekeren {ww.}
hacer un segura
asegurar

ik heb verzekerd
jij hebt verzekerd
hij/zij/het heeft verzekerd

yo he asegurado
has asegurado
él/ella ha asegurado
» meer vervoegingen van asegurar



Gerelateerd aan verzekerd

gewis - stellig - zeker - vast - vaststaand - wis - betuigen - verzekeren - beweren - garanderen - assureren - veilig stellen