Vertaling van vlot

Inhoud:

Nederlands
Spaans
vlot {zn.}
balsa [v] (la ~)
armadía [v] (la ~)
los, onbelemmerd, onbezet, open, vlot, vrij, vrijgesteld {bn.}
libre
effen, gelijk, glad, sluik, zonder moeilijkheden, vlot {bn.}
liso
fino
piekfijn, vlot, zwierig {bn.}
gentil
agraciado
licht, makkelijk, gemakkelijk, vlot {bn.}
fácil
dobberen, drijven, vlotten {ww.}
sobrenadar
flotar

hij/zij/het vlot

él/ella sobrenada
» meer vervoegingen van sobrenadar

opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen {ww.}
activar
acrecentar

hij/zij/het vlot

él/ella activa
» meer vervoegingen van activar