Vertaling van voegen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen, betamen {ww.}
ser conveniente
convenir
convenir
wij voegen
jullie voegen
zij voegen
nosotros convenimos
vosotros convenís
ellos/ellas convienen
» meer vervoegingen van convenir
betamen, horen, behoren, passen, voegen {ww.}
ser decoroso
ser conveniente
ser conforme
ser conveniente
ser conforme
naad, voeg (mv. voegen) {zn.}
unión
junta
junta
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik heb niets toe te voegen.
No tengo nada que agregar.
Tom vroeg Maria geen suiker toe te voegen.
Tom le dijo a Mary que no le echara azúcar.
"En trouwens," haastte Dima zich toe te voegen, terwijl hij zijn rekenmachientje tevoorschijn haalde en 0,99 deelde door 3.000.000, alvorens het te vermenigvuldigen met 100, "u realiseert zich toch wel dat u maar 0,0033% zou verliezen, hè?"
- Además, -Dima se aseguró de añadir, sacando su calculadora y dividiendo 0,99 entre 3.000.000 antes de multiplicar por 100- Usted se da cuenta de que sólo perdería el 0,0033%, ¿verdad?