Vertaling van voelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
tasten, betasten, voelen, bevoelen {ww.}
palpar
wij voelen
jullie voelen
zij voelen
nosotros palpamos
vosotros palpáis
ellos/ellas palpan
» meer vervoegingen van palpar
gewaarworden, voelen, aanvoelen, gevoelen {ww.}
sentir
wij voelen
jullie voelen
zij voelen
nosotros sentimos
vosotros sentís
ellos/ellas sienten
» meer vervoegingen van sentir
Hoe kan ik me ontspannen voelen, als jij zo naar mij kijkt.
¿Cómo me puedo sentir relajado cuando me estás mirando así?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ze kon haar knieën voelen trillen.
Ella sentía temblar sus rodillas.
Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.
Te sentirás mejor si tomas esta medicina.
Hoe kan ik me ontspannen voelen, als jij zo naar mij kijkt.
¿Cómo me puedo sentir relajado cuando me estás mirando así?
Ik weet niet wat te zeggen opdat je je beter zou voelen.
No sé qué decir para consolarte.