Vertaling van vomeren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
braken, kotsen, overgeven, spugen, vomeren {ww.}
devolver
vomitar
vomitar
wij vomeren
jullie vomeren
zij vomeren
nosotros devolvemos
vosotros devolvéis
ellos/ellas devuelven
» meer vervoegingen van devolver