Vertaling van voorbijrijden
Inhoud:
Nederlands
Spaans
inhalen, passeren, voorbijrijden, voorbijvaren {ww.}
adelantar
ik zal voorbijrijden
jij zult voorbijrijden
hij/zij/het zal voorbijrijden
yo adelantaré
tú adelantarás
él/ella adelantará
» meer vervoegingen van adelantar