Vertaling van voortduren
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanhouden, beklijven, duren, standhouden, voortduren {ww.}
durar
hij/zij/het zal voortduren
zij zult voortduren
hij/zij/het zal voortduren
él/ella durará
ellos/ellas durarán
él/ella duraría
» meer vervoegingen van durar