Vertaling van vorderen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
eisen, opeisen, rekenen, vereisen, vergen, voorschrijven, vorderen {ww.}
exigir
wij vorderen
jullie vorderen
zij vorderen
nosotros exigimos
vosotros exigís
ellos/ellas exigen
» meer vervoegingen van exigir
opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen {ww.}
activar
acrecentar
acrecentar
wij vorderen
jullie vorderen
zij vorderen
nosotros activamos
vosotros activáis
ellos/ellas activan
» meer vervoegingen van activar