Vertaling van vraag

Inhoud:

Nederlands
Spaans
kwestie [v], vraag [v] {zn.}
pregunta [v] (la ~)
Een goede vraag.
Buena pregunta.
Goeie vraag.
Es una buena pregunta.
aanvraag [v], aanzoek [o], verzoek, vraag [v] {zn.}
petición [v] (la ~)
solicitud [v] (la ~)
solicitación [v] (la ~)
Ze wees mijn verzoek af.
Ella rechazó mi petición.
vragen {ww.}
preguntar

ik vraag

yo pregunto
» meer vervoegingen van preguntar

Mag ik je iets vragen?
¿Te puedo preguntar algo?
Eigenlijk zou ik het moeten vragen, hè?
Yo debería preguntar, ¿o no?
inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen {ww.}
pedir
rogar

ik vraag

yo pido
» meer vervoegingen van pedir

Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
Deberías pedir disculpas.
Aarzel niet om raad te vragen.
No vaciles en pedir consejo.
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
invitar

ik vraag

yo invito
» meer vervoegingen van invitar

Je mag uitnodigen wie je wilt.
Puedes invitar a quien quieras.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Goeie vraag.

Es una buena pregunta.

Ik heb een vraag.

Tengo una pregunta.

Antwoord op de vraag.

Responde a la pregunta.

De vraag is dit.

Esta es la pregunta.

Vraag alsjeblieft iemand anders.

Por favor, pregúntaselo a otra persona.

Vraag een politieman!

Pregúntale a un policía.

Een goede vraag.

Buena pregunta.

Ontwijk mijn vraag niet.

No esquives mi pregunta.

Ik heb een vraag.

Tengo una pregunta.

Vraag mij iets gemakkelijkers.

Pregúnteme algo más fácil.

Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen.

No preguntes lo que piensan. Pregunta lo que hacen.

Vraag niet wat ze denken. Vraag wat ze doen.

No preguntes lo que están pensando. Pregunta lo que están haciendo.

Deze vraag is niet makkelijk.

Esta pregunta no es fácil.

Vraag Tom morgen te komen.

Pídele a Tom que venga mañana.

Hij stelde me een vraag.

Él me hizo una pregunta.


Gerelateerd aan vraag

kwestie - aanvraag - aanzoek - verzoek - vragen - inroepen - verzoeken - aanvragen - inviteren - noden - uitnodigen