Vertaling van vrijmaken
Inhoud:
Nederlands
Spaans
afhelpen, bevrijden, loslaten, verlossen, vrijlaten, vrijmaken {ww.}
poner en libertad
libertar
libertar
ik zal vrijmaken
jij zult vrijmaken
hij/zij/het zal vrijmaken
yo libertaré
tú libertarás
él/ella libertará
» meer vervoegingen van libertar