Vertaling van vroeg

Inhoud:

Nederlands
Spaans
pril, vroeg, vroegtijdig {bn.}
temprano
tijdig, vroeg {bw.}
temprano
vragen {ww.}
preguntar

ik vroeg
jij vroeg
hij/zij/het vroeg

yo pregunté
preguntaste
él/ella preguntó
» meer vervoegingen van preguntar

Mag ik je iets vragen?
¿Te puedo preguntar algo?
Eigenlijk zou ik het moeten vragen, hè?
Yo debería preguntar, ¿o no?
inroepen, verzoeken, vragen, aanvragen {ww.}
pedir
rogar

ik vroeg
jij vroeg
hij/zij/het vroeg

yo pedí
pediste
él/ella pidió
» meer vervoegingen van pedir

Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
Deberías pedir disculpas.
Aarzel niet om raad te vragen.
No vaciles en pedir consejo.
inviteren, noden, uitnodigen, vragen {ww.}
invitar

ik vroeg
jij vroeg
hij/zij/het vroeg

yo invité
invitaste
él/ella invitó
» meer vervoegingen van invitar

Je mag uitnodigen wie je wilt.
Puedes invitar a quien quieras.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik haat vroeg opstaan.

¡Odio levantarme temprano!

Wat vroeg hij je?

¿Qué te preguntó?

Mijn grootvader staat vroeg op.

Mi abuelo se levanta temprano.

Morgen sta ik vroeg op.

Mañana me levantaré temprano.

Ze vroeg mij om hulp.

Ella me pidió ayuda.

Oude mensen worden vroeg wakker.

Los ancianos se levantan temprano.

Hij vroeg mij om hulp.

Él me pidió ayuda.

Tom vroeg zich hetzelfde af.

Tom se preguntaba lo mismo.

Ik wilde niet vroeg opstaan.

No me quería levantar temprano.

Mijn vader staat vroeg op.

Mi padre se levanta temprano.

Tom staat niet vroeg op.

Tom no se levanta temprano.

Hij staat niet vroeg op.

Él no se levanta pronto.

Tom vroeg om meer koffie.

Tom pidió más café.

"Een kat?" vroeg de oude man.

"¿Un gato?" preguntó el hombre viejo.

Hij vroeg me waar mijn oom woonde.

Él me preguntó dónde vivía mi tío.


Gerelateerd aan vroeg

pril - vroegtijdig - tijdig - vragen - inroepen - verzoeken - aanvragen - inviteren - noden - uitnodigen