Vertaling van vrouw
esposa
Voorbeelden in zinsverband
De vrouw is dik.
La mujer está gorda.
Wie is deze vrouw?
¿Quién es esta mujer?
Tom bedriegt zijn vrouw.
Tom engaña a su mujer.
Mijn vrouw is arts.
Mi mujer es médica.
Zijn vrouw is Franse.
Su mujer es francesa.
Vergelijk nooit je vrouw met een andere vrouw.
Nunca compares a tu esposa con otra mujer.
Hier is mijn vrouw, Minna.
He aquí a mi esposa, Minna.
Ze is een knappe vrouw.
Ella es una belleza.
De mooie vrouw is vriendelijk.
La bella mujer es bondadosa.
Ik hou van mijn vrouw.
Amo a mi esposa.
Mijn vrouw houdt van appeltaart.
A mi mujer le encanta la tarta de manzana.
Mijn vrouw is een vegetariër.
Mi mujer es vegetariana.
Zijn vrouw komt uit Californië.
Su esposa viene de California.
Je bent een mooie vrouw.
Sos una linda mujer.
Hij zei de vrouw hallo.
Él saludó a la mujer.