Vertaling van vuil
Inhoud:
Nederlands
Spaans
morsig, onrein, smerig, vies, vuil, vunzig, goor, vuns {bn.}
sucio
impuro
impuro
afval , rommel, vuil {zn.}
detrito
desechos
desechos
afval , vuilnis, prullaria, puin, rommel, rommelzooi, vuil, Vuilnis {zn.}
basura
desperdicios
detrito
escombros
desechos
desperdicios
detrito
escombros
desechos
Tom wil dat jij het vuilnis naar buiten brengt.
Tom quiere que saques la basura.
De volgende morgen kwam Dima uit de vuilcontainer en realiseerde zich dat zijn kleren nu allemaal naar vuilnis stonken.
A la mañana siguiente, Dima salió del contenedor, pero sólo para darse cuenta de que toda su ropa ahora olía a basura.
bevlekken, bevuilen, bezoedelen, verontreinigen, vuilmaken {ww.}
emporcar
manchar
ensuciar
manchar
ensuciar
ik maak vuil
jij maakt vuil
hij/zij/het maakt vuil
yo empuerco
tú empuercas
él/ella empuerca
» meer vervoegingen van emporcar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Vuil
Sucio/a
Zeep helpt het vuil te verwijderen.
El jabón ayuda a eliminar la suciedad.
Mijn kleren waren vuil van de olie.
Mi ropa estaba sucia con aceite.