Vertaling van vulgair

Inhoud:

Nederlands
Spaans
onbenullig, plat, triviaal, vulgair {bn.}
trivial
alledaags, grof, ordinair, plat, vulgair {bn.}
vulgar


Gerelateerd aan vulgair

onbenullig - plat - triviaal - alledaags - grof - ordinair