Vertaling van wachten

Inhoud:

Nederlands
Spaans
wachten, verwachten, te wachten staan {ww.}
esperar
aguardar

wij wachten
jullie wachten
zij wachten

nosotros esperamos
vosotros esperáis
ellos/ellas esperan
» meer vervoegingen van esperar

Het werk kan wachten.
El trabajo puede esperar.
Hoe lang moet je wachten?
¿Cuánto debes esperar?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Het werk kan wachten.

El trabajo puede esperar.

Hij zal op je wachten.

Él te estará esperando.

We moeten op hem wachten.

Tenemos que esperarle.

Hoe lang moet je wachten?

¿Cuánto debes esperar?

Ik kan alleen maar wachten.

Sólo puedo esperar.

Vraag hem alstublieft om te wachten.

Dile que espere, por favor.

Hij heeft mij een uur laten wachten.

Me tuvo una hora esperando.

Ik zal hier wachten tot hij terugkomt.

Yo esperaré aquí hasta que él vuelva.

Zou ik wachten tot ze weer komt?

¿Debería esperarla a que vuelva?

Men liet me een eeuwigheid wachten.

Me hicieron esperar una eternidad.

Laten wij hier wachten tot ze terugkomt.

Esperemos aquí hasta que ella vuelva.

Tom wil niet zo lang wachten.

Tom no quiere esperar tanto.

Ik zal hier wachten tot ze komt.

Esperaré aquí hasta que ella venga.

Ik wil niet zo lang wachten.

No quiero esperar tanto.

Gelieve te wachten voor kamer 213.

Por favor espere frente al cuarto 213.


Gerelateerd aan wachten

verwachten - te wachten staan