Vertaling van wandel
Inhoud:
Nederlands
Spaans
gedrag , houding , wandel {zn.}
conducta
Het meisje kreeg een prijs voor goed gedrag.
A la niña le dieron un premio por buena conducta.
aan de wandel zijn, lopen, tippelen, wandelen {ww.}
pasear
ik wandel
yo paseo
» meer vervoegingen van pasear