Vertaling van wateren

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bevloeien, gieten, begieten, sproeien, besproeien, wateren, water geven {ww.}
abrevar
aguar
regar

wij wateren
jullie wateren
zij wateren

nosotros abrevamos
vosotros abreváis
ellos/ellas abrevan
» meer vervoegingen van abrevar

water (mv. wateren) [o] {zn.}
agua [v] (la ~)
Ik wil water.
Quiero agua.
Ik drink geen water.
No bebo agua.


Gerelateerd aan wateren

bevloeien - gieten - begieten - sproeien - besproeien - water geven - water