Vertaling van wel

Inhoud:

Nederlands
Spaans
al, ofschoon, wel, hoewel, alhoewel {vw.}
aunque
enfin, nou, wel, welaan, welnu, zo {tw}
pues bien
bueno
allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker {bw.}
probablemente
immers, toch, wel, zeker, ook {bw.}
en verdad
ciertamente
bron [v], wel [v], welput [m] {zn.}
manantial
fuente [v] (la ~)
allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker {bw.}
probablemente


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Dank je wel!

¡Gracias!

Is dat wel goed?

¿Está bien?

Dank je wel!

¡Gracias!

Ik denk van wel.

Eso pienso yo.

Dank u wel, dokter.

Gracias, doctor.

Ik wist het wel.

Era tal como yo pensé.

Ik moet wel dingen zien.

Debo estar viendo cosas.

Ik zal wel een fout gemaakt hebben.

Debo haber cometido un error.

Ik breng u wel naar het vliegveld.

Yo te conduciré hasta el aeropuerto.

Nou, er zijn wel vreemdere dingen gebeurd.

Bueno, han pasado cosas aún más extrañas.

Misschien zal hij wel nooit beroemd worden.

Quizás él nunca se haga famoso.

Je speelt geen golf, of wel?

No juegas al golf, ¿o sí?

Ik wist wel dat je zou komen.

Sabía que vendrías.

Men kan altijd wel tijd vinden.

Uno siempre puede encontrar tiempo.

Luistert gij eigenlijk wel naar mij?

¿Acaso me estás escuchando?


Gerelateerd aan wel

al - ofschoon - hoewel - alhoewel - enfin - nou - welaan - welnu - zo - allicht - vast - waarschijnlijk - zeker - immers - toch