Vertaling van wet
Inhoud:
Nederlands
Spaans
wet {zn.}
ley
Iedereen kent de wet.
Todos conocen la ley.
Hij overtrad de wet.
Infringió la ley.
aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
afilar
ik wet
jij wet
hij/zij/het wet
yo afilo
tú afilas
él/ella afila
» meer vervoegingen van afilar
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Iedereen kent de wet.
Todos conocen la ley.
Hij overtrad de wet.
Infringió la ley.
Dit is een wet.
Esta es una ley.
Ge moet de wet volgen.
Debes obedecer la ley.
De wet moet verbeterd worden.
La ley necesita ser enmendada.
Wat er ook gebeurt, wij moeten gehoorzamen aan de wet.
Pase lo que pase, debemos obedecer la ley.
De politieagent moet zeggen "Zo luidt de wet."
El policía debe decir "es la ley".