Vertaling van wetten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
afilar
wij wetten
jullie wetten
zij wetten
nosotros afilamos
vosotros afiláis
ellos/ellas afilan
» meer vervoegingen van afilar
wet (mv. wetten) {zn.}
ley
Iedereen kent de wet.
Todos conocen la ley.
Hij overtrad de wet.
Infringió la ley.