Vertaling van wezen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
wezen, zijn {ww.}
ser
estar
estar
Ze lijkt gelukkig te zijn.
Ella parece estar feliz.
Ze zijn vast op je aan het wachten.
Deben de estar esperándote.
essence , essentie , wezenheid , kern , wezen {zn.}
esencia
aard , geaardheid , natuur , karakter , wezen {zn.}
naturaleza
índole
índole
Ik hou van de natuur.
Amo la naturaleza.
We moeten leren in harmonie leven met de natuur.
Tenemos que aprender a vivir en armonía con la naturaleza.
wezenheid , wezen , zijn {zn.}
ser
ente
ente
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
¡¡No quiero ser patético, quiero ser guay!!
Het kan nuttig zijn.
Puede ser útil.
aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}
señalar
indicar
indicar
wij wezen
jullie wezen
zij wezen
nosotros señalamos
vosotros señalasteis
ellos/ellas señalaron
» meer vervoegingen van señalar
laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}
indicar
mostrar
señalar
enseñar
mostrar
señalar
enseñar
wij wezen
jullie wezen
zij wezen
nosotros indicamos
vosotros indicasteis
ellos/ellas indicaron
» meer vervoegingen van indicar
Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.
Fíjate bien. Te voy a mostrar cómo se hace.
Kun je me de weg naar de bushalte tonen?
¿Me puede indicar el camino a la parada de buses?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
Fui hoy a donar sangre.
De oorlog is in wezen voorbij.
La guerra prácticamente ha acabado.