Vertaling van wiegen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
wiegen, in slaap wiegen {ww.}
acunar
mecer
mecer
wij wiegen
jullie wiegen
zij wiegen
nosotros acunamos
vosotros acunáis
ellos/ellas acunan
» meer vervoegingen van acunar
balanceren, hobbelen, schommelen, wiegelen, wiegen, wippen {ww.}
balancear
wij wiegen
jullie wiegen
zij wiegen
nosotros balanceamos
vosotros balanceáis
ellos/ellas balancean
» meer vervoegingen van balancear
wieg (mv. wiegen) {zn.}
cuna