Vertaling van wij
Inhoud:
Nederlands
Spaans
we, wij {pers. vnw.}
nosotras
nosotros
nosotros
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Wij spreken Japans.
Hablamos japonés.
Waar beginnen wij?
¿Dónde comenzamos?
Wij spreken allemaal Engels.
Todos hablamos inglés.
Waar zijn wij?
¿Dónde estamos?
Wij zijn Arabieren.
Somos árabes.
Wij hebben genoeg tijd.
Tenemos tiempo suficiente.
Wij zijn het volk.
Somos el pueblo.
Wij zijn zwak.
Somos débiles.
Wij staan voor democratie.
Apoyamos la democracia.
Wij zijn mensen.
Somos personas.
Wij drinken alles.
Bebemos de todo.
Wij versloegen de vijand.
Derrotamos al enemigo.
Wij leren Spaans.
Estamos aprendiendo español.
Wij spelen dikwijls schaak.
A menudo jugamos al ajedrez.
Wij konnen je helpen.
Podemos ayudarte.