Vertaling van woelen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
hullen, inwikkelen, omhullen, toestoppen, woelen {ww.}
enrollar
wij woelen
jullie woelen
zij woelen
nosotros enrollamos
vosotros enrolláis
ellos/ellas enrollan
» meer vervoegingen van enrollar
graven, spitten, woelen {ww.}
cavar
wij woelen
jullie woelen
zij woelen
nosotros cavamos
vosotros caváis
ellos/ellas cavan
» meer vervoegingen van cavar