Vertaling van woord

Inhoud:

Nederlands
Spaans
woord [o], bewoording [v] {zn.}
palabra [v] (la ~)
vocablo
palabro
Wat betekent dit woord?
¿Qué quiere decir esta palabra?
Ik hou altijd mijn woord.
Siempre mantengo mi palabra.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Wat betekent dit woord?

¿Qué quiere decir esta palabra?

Hij zei geen woord.

No chistó.

"Okonatta" is het juiste woord.

La palabra correcta es «Okonatta»

Laat mij het woord voeren.

Déjame hablar a mí.

Betty zei nooit een woord.

Betty nunca dijo ni una palabra.

Ik hou altijd mijn woord.

Siempre mantengo mi palabra.

Hij houdt zich aan zijn woord.

Él guarda su palabra.

Dit woord is van Latijnse afkomst.

Esta palabra es de origen latín.

Dit woord komt uit het Grieks.

Esta palabra tiene origen griego.

Dit woord komt uit het Grieks.

Esta palabra viene del griego.

Hoe spreekt men dit woord uit?

¿Cómo pronuncias esta palabra?

Mijn favoriet woord in het Duits is het woord voor 'handschoen'.

Mi palabra favorita en alemán es la palabra para "guante".

Ik weet niet wat het woord 'onmogelijk' betekent.

Desconozco el significado de la palabra 'imposible'.

We willen natuurlijk klinkende vertalingen, geen woord-voor-woordvertalingen.

Queremos oraciones que suenen naturales, no traducciones palabra por palabra.

Voor een wijze man is één woord genoeg.

A buen entendedor, pocas palabras bastan.


Gerelateerd aan woord

bewoording