Vertaling van zakken

Inhoud:

Nederlands
Spaans
dalen, zakken, verzakken, wegzakken, zinken {ww.}
bajar

wij zakken
jullie zakken
zij zakken

nosotros bajamos
vosotros bajáis
ellos/ellas bajan
» meer vervoegingen van bajar

Kan je de prijs een beetje laten zakken?
¿Podrías bajar un poco el precio?
tas, zak (mv. zakken) {zn.}
bolsa [v] (la ~)
bolso [m] (el ~)
saco [m] (el ~)
Ik zoek een tas voor mijn vrouw.
Estoy buscando un bolso para mi esposa.
Wat heb je met mijn tas gedaan?
¿Qué has hecho con mi bolso?
zak (mv. zakken) [m] {zn.}
bolsillo [m] (el ~)
Wat hebt ge nog meer op zak?
¿Qué más tienes en el bolsillo?
Dima stak zijn hand in zijn zak en haalde er een gigantische aktetas uit.
Metiendo su mano en el bolsillo, Dima sacó una gigantesca maleta.
doos [v], bak [m], etui [o], foedraal [o], koker [m], korf [m], pot [m], zak (mv. zakken), vat [o], kist [v], fles [v], krat [o], emmer, kruik, urn {zn.}
caja [v] (la ~)
olla [v] (la ~)
jarro [m] (el ~)
estuche [m] (el ~)
Ik heb de doos leeg gevonden.
Encontré la caja vacía.
Ik heb de lege doos gevonden.
Encontré la caja vacía.
lul, hondelul, zak (mv. zakken), klootzak, oetlul, lummel {zn.}
boludo [m] (el ~)

Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik wil niet zakken voor mijn examens.

No quiero suspender mis exámenes.

We stopten het fruit en de groenten in zakken.

Metimos en bolsas la fruta y las verduras.

Kan je de prijs een beetje laten zakken?

¿Podrías bajar un poco el precio?


Gerelateerd aan zakken

dalen - verzakken - wegzakken - zinken - tas - zak - doos - bak - etui - foedraal - koker - korf - pot - vat - kist