Vertaling van ze

Inhoud:

Nederlands
Spaans
ze, zij {pers. vnw.}
ella
ze, zij {pers. vnw.}
ellas
ellos
men, we, je, ze {onb. vnw.}
se
uno


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ze verdween.

Ella desapareció.

Ze deed alsof ze me niet hoorde.

Ella fingía no oírme.

Ze was mooi toen ze jong was.

Ella era hermosa cuando joven.

Ze kon lezen toen ze vier was.

Ella sabía leer a los 4 años de edad.

Ze denkt ze heeft altijd gelijk.

Ella piensa que siempre tiene razón.

Ze zei dat ze elegant was.

Ella dijo que era guapa.

Ze zegt dat ze van bloemen houdt.

Ella dice que le gustan las flores.

Wanneer ze in gevaar zijn, vluchten ze.

Ellos arrancan cuando están en peligro.

Ze vermeldden dat ze daar geweest zijn.

Ellos mencionaron haber estado allí.

Ze zegt dat ze van bloemen houdt.

Ella dice que le gustan las flores.

Ze horen bij mij.

Ellas están conmigo.

Ze beklom een ladder.

Ella subió la escalera.

Ze is zwanger.

Ella está embarazada.

Ze is erg intelligent.

Ella es muy inteligente.

Ze zijn verstandige meisjes.

Son chicas sensatas.


Gerelateerd aan ze

zij - men - we - je