Vertaling van zeker

Inhoud:

Nederlands
Spaans
bepaald, ongetwijfeld, vast, wel degelijk, zeker {bw.}
ciertamente
allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker {bw.}
probablemente
gewis, stellig, zeker, vast, vaststaand, verzekerd, wis {bn.}
cierto
immers, toch, wel, zeker, ook {bw.}
en verdad
ciertamente
bepaald, ongetwijfeld, zeker {bw.}
sin duda
allicht, vast, waarschijnlijk, wel, zeker {bw.}
probablemente


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Weet u dat zeker?

¿Están seguros?

Hij komt zeker niet.

Él definitivamente no vendrá.

Ge waart laat zeker?

Llegaste tarde, ¿verdad?

Ik weet het zeker.

Estoy seguro.

Het is niet helemaal zeker.

No es algo completamente seguro.

Dat is zeker een mogelijkheid.

Esa es definitivamente una posibilidad.

Dat zal ik zeker doen.

Definitivamente haré eso.

Ga zeker onmiddellijk naar daar.

Es necesario que vayas inmediatamente.

Ik weet zeker dat je je vergist.

Estoy seguro de que estás equivocado.

Ik weet zeker dat hij komt.

Es seguro que él vendrá.

Uw ouders zijn niet gekomen zeker?

Tus padres no vinieron, ¿no es así?

Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.

De seguro su investigación dará frutos.

Ik weet zeker dat ze snel terugkomt.

Estoy seguro de que ella volverá pronto.

Ik weet zeker dat hij komt.

Estoy seguro de que él vendrá.

Ik weet zeker dat Tom het niet erg vindt.

Estoy seguro de que a Tom no le importará.


Gerelateerd aan zeker

bepaald - ongetwijfeld - vast - wel degelijk - allicht - waarschijnlijk - wel - gewis - stellig - vaststaand - verzekerd - wis - immers - toch - ook