Vertaling van zet

Inhoud:

Nederlands
Spaans
handeling [v] (de ~), actie [v] (de ~), verrichting [v] (de ~), gang [m] (de ~), daad [v], werking [v], zet {zn.}
acción [v] (la ~)
hecho [m] (el ~)
acto [m] (el ~)
Doe ik ook eens een keer een goede daad... haalt het niks uit.
Por una vez en mi vida hago una buena acción... y no sirve de nada.
Ik vind films met weinig actie saai.
Siempre me aburren las películas con poca acción.
beweging [v], slag [m], zet {zn.}
movimiento [m] (el ~)
Open nooit de deur van een voertuig in beweging.
Nunca abras la puerta de un auto en movimiento.
zetten {ww.}
componer

ik zet
jij zet
hij/zij/het zet

yo compongo
compones
él/ella compone
» meer vervoegingen van componer

leggen, steken, plaatsen, stellen, stoppen, zetten, doen {ww.}
poner
meter
colocar

ik zet
jij zet
hij/zij/het zet

yo pongo
pones
él/ella pone
» meer vervoegingen van poner

Ik kan dingen in een doos steken.
Puedo poner las cosas en una caja.
We zullen binnenkort in staat zijn om jou in de gevangenis te plaatsen.
Dentro de poco te vamos a poder meter a la prisión.
aftrekken, laten trekken, zetten, trekken {ww.}
hacer una infusion
infundir

ik zet
jij zet
hij/zij/het zet

yo infundo
infundes
él/ella infunde
» meer vervoegingen van infundir

monteren, zetten {ww.}
montar

ik zet
jij zet
hij/zij/het zet

yo monto
montas
él/ella monta
» meer vervoegingen van montar

afleiden, zetten {ww.}
extractar
extraer

ik zet
jij zet
hij/zij/het zet

yo extracto
extractas
él/ella extracta
» meer vervoegingen van extractar

herleiden, inkrimpen, reduceren, vereenvoudigen, zetten {ww.}
reducir

ik zet
jij zet
hij/zij/het zet

yo reduzco
reduces
él/ella reduce
» meer vervoegingen van reducir

zetten {ww.}
sentarse

ik zet


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Zet het alsjeblieft aan.

Por favor, enciéndelo.

Zet het af.

Apágalo.

Ik zet mijn hoed af.

Me quito el sombrero.

Zet alsjeblieft wat kaarsen op de verjaardagstaart.

Por favor, pon algunas velas en la tarta de cumpleaños.

Zet de woorden op alfabetische volgorde.

Coloca las palabras en orden alfabético.

Zet het niet op mijn schrijftafel.

No lo pongas en mi escritorio.

Zet de televisie niet luider alstublieft.

Por favor, no suba el volumen del televisor.

Zodra ik opsta, zet ik koffie.

Yo preparo café apenas me levanto.

Zet de radio een beetje harder.

Sube un poco el volumen de la radio.

Zet het volume eens wat zachter.

Por favor, baja el volumen.

Zet de televisie uit. Ik kan me niet concentreren.

Apaga la televisión, no me puedo concentrar.


Gerelateerd aan zet

handeling - actie - verrichting - gang - daad - werking - beweging - slag - zetten - leggen - steken - plaatsen - stellen - stoppen - doen