Vertaling van zicht

Inhoud:

Nederlands
Spaans
zicht, gezicht [o], gezichtsvermogen {zn.}
vista [v] (la ~)
Het was liefde op het eerste gezicht.
Fue amor a primera vista.
Ik was verliefd op het eerste gezicht.
Me enamoré a primera vista.
sikkel, zicht {zn.}
falce
podón
hocino
maaien, zichten {ww.}
segar

ik zicht
jij zicht
hij/zij/het zicht

yo siego
siegas
él/ella siega
» meer vervoegingen van segar



Gerelateerd aan zicht

gezicht - gezichtsvermogen - sikkel - maaien - zichten