Vertaling van zoenen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
kussen, zoenen {ww.}
besar

wij zoenen
jullie zoenen
zij zoenen

nosotros besamos
vosotros besáis
ellos/ellas besan
» meer vervoegingen van besar

kus, zoen (mv. zoenen) {zn.}
beso [m] (el ~)
Ik kus met open ogen.
Beso con los ojos abiertos.
Ze gaf me plotseling een kus.
Ella me dio un beso de repente.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Laat ons zoenen.

Besémonos.

Ik wil je zoenen.

Quiero besarte.


Gerelateerd aan zoenen

kussen - kus - zoen