Vertaling van zouten
Inhoud:
Nederlands
Spaans
inleggen, inmaken, pekelen, zouten, in het zout leggen {ww.}
salar
curar con sal
adobar
curar con sal
adobar
wij zouten
jullie zouten
zij zouten
nosotros salamos
vosotros saláis
ellos/ellas salan
» meer vervoegingen van salar
zout (mv. zouten) {zn.}
sal
Er is geen zout meer.
No queda sal.
Er is geen zout meer.
No queda sal.