Vertaling van zuiver
Inhoud:
Nederlands
Spaans
regelrecht, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
duidelijk, helder, klaar, uitgesproken, zuiver {bn.}
claro
límpido
distinto
comprensible
límpido
distinto
comprensible
verregaand, vergaand, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
drievoudig, driedubbel, drievuldig, driewerf, triple, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
rasecht, volbloed, pur sang, absoluut, onvermengd, onvoorwaardelijk, volstrekt, zuiver, puur {bn.}
absoluto
correct, goed, juist, zuiver {bn.}
correcto
helder, louter, schoon, proper, puur, rein, zindelijk, zuiver {bn.}
limpio
puro
puro
louteren, reinigen, schoonmaken, vegen, zuiveren {ww.}
limpiar
purificar
adelgazar
purificar
adelgazar
ik zuiver
yo limpio
» meer vervoegingen van limpiar
Ik wil het huis schoonmaken voor mijn ouders komen.
Quiero limpiar la casa antes de que vengan mis padres.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Spaans
Het kind had een zuiver hart.
El niño tenía un corazón puro.
Het water van deze rivier is heel zuiver.
El agua de este río es muy limpia.