Vertaling van zwemmen

Inhoud:

Nederlands
Spaans
drijven, zwemmen, baden {ww.}
nadar
bañarse

wij zwemmen
jullie zwemmen
zij zwemmen

nosotros nadamos
vosotros nadáis
ellos/ellas nadan
» meer vervoegingen van nadar

Ik kan zwemmen.
nadar.
Het is gevaarlijk om te baden in deze rivier.
Es peligroso bañarse en este río.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Spaans

Ik wil leren zwemmen.

Quiero aprender a nadar.

Ik kan zwemmen.

Sé nadar.

Ik hou van zwemmen.

Me gusta nadar.

Hij kan snel zwemmen.

Él puede nadar rápido.

Ik kan niet zwemmen.

No sé nadar.

Mary kan zwemmen.

Mary puede nadar.

Hij houdt van zwemmen.

Le gusta nadar.

Hij kan zwemmen.

Él sabe nadar.

Tom kan goed zwemmen.

Tom es bueno para nadar.

Ik hou van zwemmen.

Me gusta nadar.

Tom kan nog niet zwemmen.

Tom todavía no sabe nadar.

Wanneer kan ik hier zwemmen?

¿Cuándo puedo nadar aquí?

Je kan hier niet zwemmen.

No puede nadar aquí.

Tom kan nog niet zwemmen.

Tom todavía no sabe nadar.

Wanneer heb je leren zwemmen?

¿Cuándo aprendiste a nadar?


Gerelateerd aan zwemmen

drijven - baden