Vertaling van zwoegen
Inhoud:
Nederlands
Spaans
hijgen, zwoegen, puffen {ww.}
soplar
sollozar
anhelar
sollozar
anhelar
wij zwoegen
jullie zwoegen
zij zwoegen
nosotros soplamos
vosotros sopláis
ellos/ellas soplan
» meer vervoegingen van soplar