Vertaling van aangaan

Inhoud:

Nederlands
Frans
aangaan, denderen, rommelen, rumoeren, te keer gaan, leven maken, lawaai maken {ww.}
faire du bruit 
aangaan, betreffen, gelden, raken {ww.}
intéresser 
regarder 
concerner 

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

j'intéresserai
tu intéresseras
il/elle intéressera
» meer vervoegingen van intéresser

aangaan, formeren, vormen {ww.}
former 

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

je formerai
tu formeras
il/elle formera
» meer vervoegingen van former

aangaan, aanbelangen, betreffen, verkeren, zich verhouden {ww.}
être en relation avec 
concerner 

ik zal aangaan
jij zult aangaan
hij/zij/het zal aangaan

je concernerai
tu concerneras
il/elle concernera
» meer vervoegingen van concerner

aangaan, afsluiten, contracteren {ww.}
s'engager 
contracter 
aanflitsen, aanfloepen, aangaan, ontbranden {ww.}
s'allumer