Vertaling van aankondigen

Inhoud:

Nederlands
Frans
aankondigen, in kennis stellen, meedelen, mededelen, verwittigen {ww.}
faire part de 
apprendre à 
adverteren, annonceren, aankondigen, aandienen {ww.}
introduire 
publier 
annoncer 

ik zal aankondigen
jij zult aankondigen
hij/zij/het zal aankondigen

j'introduirai
tu introduiras
il/elle introduira
» meer vervoegingen van introduire

uitbazuinen, aankondigen, verkondigen {ww.}
annoncer

ik zal aankondigen
jij zult aankondigen
hij/zij/het zal aankondigen

j'annoncerai
tu annonceras
il/elle annoncera
» meer vervoegingen van annoncer