Vertaling van aanmaken

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden {ww.}
préparer 

ik zal aanmaken
jij zult aanmaken
hij/zij/het zal aanmaken

je préparerai
tu prépareras
il/elle préparera
» meer vervoegingen van préparer

Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Tu n'as pas besoin de préparer une allocution formelle.
aanmaken, aansteken, doen ontbranden, ontsteken, stoken {ww.}
enflammer 
allumer 

ik zal aanmaken
jij zult aanmaken
hij/zij/het zal aanmaken

j'enflammerai
tu enflammeras
il/elle enflammera
» meer vervoegingen van enflammer

maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
faire 
poser 
opérer 
fabriquer 
construire 

ik zal aanmaken
jij zult aanmaken
hij/zij/het zal aanmaken

je ferai
tu feras
il/elle fera
» meer vervoegingen van faire

Beter niets doen, dan een fout te maken.
Il est préférable de ne rien faire que de faire quelque chose de médiocre.
Wat moet ik doen?
Que dois-je faire ?
fabriceren, maken, aanmaken, vervaardigen {ww.}
fabriquer 

ik zal aanmaken
jij zult aanmaken
hij/zij/het zal aanmaken

je fabriquerai
tu fabriqueras
il/elle fabriquera
» meer vervoegingen van fabriquer