Vertaling van aantrekken

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanhalen, trekken, aantrekken {ww.}
solliciter 
attirer 

ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken

je solliciterai
tu solliciteras
il/elle sollicitera
» meer vervoegingen van solliciter

aanlokken, bekoren, toelachen, trekken, aantrekken, verlekkeren {ww.}
solliciter 
appâter 
allécher 

ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken

je solliciterai
tu solliciteras
il/elle sollicitera
» meer vervoegingen van solliciter

aandoen, aantrekken, opleggen, opbrengen, aanbrengen {ww.}
mettre 
revêtir 
imposer 
appliquer 

ik zal aantrekken
jij zult aantrekken
hij/zij/het zal aantrekken

je mettrai
tu mettras
il/elle mettra
» meer vervoegingen van mettre

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?
Que vais-je mettre: un pantalon ou une jupe ?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Zwaartekracht is een natuurkracht, waardoor dingen elkaar aantrekken.

La gravité est la force naturelle par laquelle les objets sont attirés entre eux.

Wat zal ik aantrekken: een broek of een rok?

Que vais-je mettre: un pantalon ou une jupe ?


Gerelateerd aan aantrekken

aanhalen - trekken - aanlokken - bekoren - toelachen - verlekkeren - aandoen - opleggen - opbrengen - aanbrengen