Vertaling van aanvallen

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanvallen {ww.}
attaquer le premier
attaquer 
commettre une agression
agresser 

ik zal aanvallen
jij zult aanvallen
hij/zij/het zal aanvallen

j'attaquerai
tu attaqueras
il/elle attaquera
» meer vervoegingen van attaquer

aangrijpen, aantasten, aanvallen, tackelen, attaqueren {ww.}
assaillir 
attaquer 

ik zal aanvallen
jij zult aanvallen
hij/zij/het zal aanvallen

j'assaillirai
tu assailliras
il/elle assaillira
» meer vervoegingen van assaillir

aanval (mv. aanvallen) [m], offensief [o], vlaag [v], attaque {zn.}
assaut  [m] (l' ~)
attaque  [v] (l' ~)
accès  [m] (l' ~)


Gerelateerd aan aanvallen

aangrijpen - aantasten - tackelen - attaqueren - aanval - offensief - vlaag - attaque