Vertaling van aanvangen

Inhoud:

Nederlands

Frans

aanbinden, aanvangen, beginnen {ww.}

commencer
aborder

ik zal aanvangen
jij zult aanvangen
hij/zij/het zal aanvangen

je commencerai
tu commenceras
il/elle commencera
» meer vervoegingen van commencer

Ge moet onmiddellijk beginnen.

Tu dois commencer immédiatement.

Het experiment moet beginnen.

L'expérience doit commencer.

aanbreken, aanvangen, beginnen, ingaan {ww.}

débuter

ik zal aanvangen
jij zult aanvangen
hij/zij/het zal aanvangen

je débuterai
tu débuteras
il/elle débutera
» meer vervoegingen van débuter