Vertaling van aanvoerder

Inhoud:

Nederlands
Frans
aanvoerder [m], baas [m], chef [m], hoofd [o], opperhoofd {zn.}
chef  [m] (le ~)
Laat hem zien wie de baas is!
Montrez-lui qui est le chef !
Je praat alsof je de baas bent.
Tu parles comme si tu étais le chef.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Wij hebben John als onze aanvoerder gekozen.

Nous avons choisi John pour capitaine.

Joko is de aanvoerder van de volleybalploeg.

Yoko est capitaine de l'équipe de volley-ball.


Gerelateerd aan aanvoerder

baas - chef - hoofd - opperhoofd