Vertaling van afbreken
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
je cueillerai
tu cueilleras
il/elle cueillera
» meer vervoegingen van cueillir
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
je partagerai
tu partageras
il/elle partagera
» meer vervoegingen van partager
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
je démolirai
tu démoliras
il/elle démolira
» meer vervoegingen van démolir
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
j'arrêterai
tu arrêteras
il/elle arrêtera
» meer vervoegingen van arrêter
ik zal afbreken
jij zult afbreken
hij/zij/het zal afbreken
je romprai
tu rompras
il/elle rompra
» meer vervoegingen van rompre