Vertaling van afhakken

Inhoud:

Nederlands
Frans
afhakken, afhouwen, afkappen, omhakken {ww.}
abattre 
tailler 

ik zal afhakken
jij zult afhakken
hij/zij/het zal afhakken

je taillerai
tu tailleras
il/elle taillera
» meer vervoegingen van tailler



Gerelateerd aan afhakken

afhouwen - afkappen - omhakken