Vertaling van aflopen
Inhoud:
Nederlands
Frans
aflopen, eindigen, ophouden, uitgaan, uitlopen, uitraken, verlopen {ww.}
ik zal aflopen
jij zult aflopen
hij/zij/het zal aflopen
je finirai
tu finiras
il/elle finira
» meer vervoegingen van finir
ik zal aflopen
jij zult aflopen
hij/zij/het zal aflopen
je sonnerai
tu sonneras
il/elle sonnera
» meer vervoegingen van sonner
ik zal aflopen
jij zult aflopen
hij/zij/het zal aflopen
je parcourrai
tu parcourras
il/elle parcourra
» meer vervoegingen van parcourir