Vertaling van afvaardigen

Inhoud:

Nederlands
Frans
afvaardigen, delegeren {ww.}
déléguer 

ik zal afvaardigen
jij zult afvaardigen
hij/zij/het zal afvaardigen

je déléguerai
tu délégueras
il/elle déléguera
» meer vervoegingen van déléguer

afvaardigen, deputeren, tot afgevaardigde kiezen {ww.}
déléguer

ik zal afvaardigen
jij zult afvaardigen
hij/zij/het zal afvaardigen

je déléguerai
tu délégueras
il/elle déléguera
» meer vervoegingen van déléguer



Gerelateerd aan afvaardigen

delegeren - deputeren - tot afgevaardigde kiezen