Vertaling van afzenden

Inhoud:

Nederlands
Frans
afzenden, expediëren, verzenden {ww.}
expédier 

ik zal afzenden
jij zult afzenden
hij/zij/het zal afzenden

j'expédierai
tu expédieras
il/elle expédiera
» meer vervoegingen van expédier

afzenden, uitsturen, versturen, verzenden, wegsturen, wegzenden {ww.}
expédier
envoyer

ik zal afzenden
jij zult afzenden
hij/zij/het zal afzenden

j'expédierai
tu expédieras
il/elle expédiera
» meer vervoegingen van expédier



Gerelateerd aan afzenden

expediëren - verzenden - uitsturen - versturen - wegsturen - wegzenden