Vertaling van antwoorden

Inhoud:

Nederlands

Frans

antwoorden, antwoorden op, beantwoorden, verantwoorden {ww.}

répondre
correspondre à

wij antwoorden
jullie antwoorden
zij antwoorden

nous répondons
vous répondez
ils/elles répondent
» meer vervoegingen van répondre

Kan iemand anders antwoorden?

Quelqu'un d'autre peut-il répondre ?

Kan je dit beantwoorden?

Pouvez-vous répondre à cela ?

antwoord (mv. antwoorden) [o], bescheid [o], wederwoord [o], weerwoord {zn.}

réponse [v] (la ~)

Weet je het antwoord?

Connaissez-vous la réponse ?

Zijn antwoord was negatief.

Sa réponse fut négative.

Nederlands

Frans

Kan iemand anders antwoorden?

Quelqu'un d'autre peut-il répondre ?

Ik zal binnen drie dagen antwoorden.

Je répondrai d'ici trois jours.

De enige nuttige antwoorden zijn die antwoorden die nieuwe vragen oproepen.

Les seules réponses utiles sont celles qui posent de nouvelles questions.