Vertaling van arm

Inhoud:

Nederlands
Frans
arm, armelijk, armoedig {bn.}
pauvre 
arm, beklagenswaardig, schamel {bn.}
malheureux 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik zag hen arm in arm lopen.

Je les ai vus marcher bras dessus bras dessous.

Laat mijn arm los!

Lâchez mon bras !

Mijn arm doet vreselijk pijn.

Mon bras me fait affreusement mal.

Arm zijn is geen schande.

Être pauvre n'est pas déshonorant.

Omdat al zijn vrienden ook arm waren.

Parce que tous ses amis étaient pauvres également.

Ik schaam me er niet voor dat ik arm ben.

Je n'ai pas honte d'être pauvre.


Gerelateerd aan arm

armelijk - armoedig - beklagenswaardig - schamel